We gaan voor veilige infusietherapie, van voorschrift tot toediening

jun 27, 2023


Medicatie tijdig en correct bij de patiënt krijgen: welke van onze oplossingen daartoe bijdragen en hoe ze dat doen, brachten we in ons vorig artikel aan bod. Hoe we ook voor infusietherapie de systeemlus zo nauw mogelijk willen sluiten, daar gaan we nu even dieper op in.

Volledig papierloos proces

Onze BD Cato™ medicatieworkflow, een soft- en hardware oplossing, ondersteunt van voorschrift tot toediening cytostatica en totale parenterale voeding (total parental nutrition/TPN) om de veiligheid en accuraatheid te verhogen . Het hele proces verloopt papierloos. De voorschrijvende arts kan BD Cato™ Prescribe inzetten om de bereiding te berekenen op basis van de gecombineerde patiëntparameters en parameters van de protocollen in het ziekenhuis. Het digitale voorschrift sluit twijfel over hoeveelheden of productsoorten uit.

Transparantie en inzicht

Na validatie van het voorschrift door de apotheker kan de BD Cato™ managementmodule het werk automatisch verdelen over de beschikbare werkstations, op basis van de gewenste parameters en mét groepering van gemeenschappelijke producten. Iedereen die toegang heeft tot BD Cato™ kan de workflow volgen: de oncologisch verpleegkundige hoeft dus niet langer te bellen om een statusupdate.

Uitgebreid inzicht in de werkdruk maakt anticipatie mogelijk:

  • Bepaalde bereidingen op basis van de vroegst of laatst toegelaten bereidingsdatum eerder plannen of net uitstellen.
  • De patiëntenflow op oncologische afdelingen versoepelen door bereidingen bij aankomst van de patiënt klaar te hebben.

Perfect binnen de marges

Alle voorschriften zijn over de werkstations verdeeld? Dan begeleidt BD Cato™ de apotheekassistent stap voor stap doorheen het bereidingsproces. Tijdens de bereiding zorgt een combinatie van gravimetrische én volumetrische ondersteuning ervoor dat de foutenmarges perfect gerespecteerd blijven.

  • Een recente multicenterstudie wees uit dat BD Cato™ in 7,89% van de 759.060 dosissen antineoplastische medicatie foutmarges detecteerde die buiten de aanvaardbare limieten lagen en kon voorkomen dat deze de patiënten bereikten.14

Zeker bij cystostatica kunnen kleine verschillen in hoeveelheid een groot verschil maken, zowel in patiëntveiligheid als therapiedoeltreffendheid, maar ook bij TPN is exacte berekening belangrijk. Door de resterende producten correct te labelen voor hergebruik, helpt BD Cato™ de vaak dure producten zo exhaustief mogelijk in te zetten.

Gedocumenteerd van a tot z

Bij de gravimetrische weegschaal hoort een camera met geïntegreerde barcodescanner die alles documenteert. De apotheker krijgt bij validatie dus een volledig beeld van het verloop. Verloopt een bereiding systematisch moeilijker of beheerst een apotheekassistent de processen minder goed? Aan de hand van de documentatie is bijsturing of extra coaching mogelijk. Is de bereiding klaar? Dan wordt ze voorzien van een label met barcode die alle bijhorende informatie bevat. Die wordt gescand op het ogenblik dat ze de apotheek verlaat.

Alles aan elkaar gelinkt

Op de afdeling zelf linkt de verpleegkundige de bereiding aan de juiste patiënt met behulp van de BD Cato™ ReadyMed persoonlijke digitale assistent (PDA). Ze scant eerst diens polsbandje en vervolgens de barcode op de bereiding. De PDA toont alle gegevens, inclusief de te doorlopen stappen voor toediening. Ook de dagplanning is hierop raadpleegbaar.

Veilige vangrails

Tijdens de toediening waakt onze Guardrails™ dosisfoutreductiesoftware (Dose Error Reduction Software / DERS) over de veiligheid. Bij intraveneus (IV) toegediende medicatie ligt het aantal toedieningsfouten immers vijf maal hoger dan bij andere,2 terwijl in een ziekenhuis naar schatting 90% van de patiënten IV-medicatie toegediend krijgt.3 In een gemiddeld ziekenhuis kan dat jaarlijks tot 215.000 IV-medicatiefouten leiden,4 waarvan bijna een derde bij de toediening gebeurt. Die fouten zijn bovendien het moeilijkst te verhinderen,5-8 slechts 2% wordt onderschept.9

De Guardrails™ DERS maakt het mogelijk:

  • Om op basis van klinische profielgebieden dosislimieten in te stellen.
    • De soft limieten geven de vaste grenswaarden in normale omstandigheden weer. Indien nodig laten deze zich overrulen.
    • De zekerheid dat harde limieten onmogelijk te overschrijden zijn, geeft de zorgverlener extra gemoedsrust.
  • Om per profiel een geneesmiddelenbibliotheek op te laden en medicatietoediening aan de hand van best practices te standaardiseren.

De datasets stelt onze clinical specialist samen in nauwe samenwerking met een werkgroep binnen uw ziekenhuis, waarvan elk lid akkoord moet geven voor upload. Zo helpen de Alaris™ Guardrails™ Solutions om bepaalde fouten bij IV-medicatie te voorkomen10-12 en de patiënt te beschermen.

Unieke veiligheidsfunctie op CC spuitpompen

Bij de BD Alaris™ Critical Care (CC) spuitpompen hoort nog een extra beveiligingsfunctie: In-line Pressure Monitoring (ILPM). Deze zit geïntegreerd in de productspecifieke infusiesets. Ze is uniek voor BD en laat veel accuratere opvolging van drukverschillen toe. Zeker bij de meest kritische patiënten een belangrijke handlanger om potentiële complicaties zoals extravasatie of occlusie snel op te merken. Verder kan de druklimiet op alle pompen per pomp of zelfs per toediening ingesteld worden om sneller of minder snel alarm te genereren.

Continue kwaliteitsverbetering

De Alaris™ Communication Engine (ACE) staat in voor alle communicatie van, naar of tussen pompen, wat toelaat om:

  • Centraal rapporten te trekken.
  • Nieuwe datasets of updates te pushen zonder gebruiksonderbreking. De verpleegkundige die toezicht houdt over de pomp in kwestie kan zelf beslissen of de upload bij de spuitwissel kan gebeuren of pas na gebruik van de pomp.
  • Infuuspompen binnen het ziekenhuis te traceren en correct te onderhouden. Op de BD Alaris™ neXus pompen zal Alaris™ ACE zelfs wifi-gebruik mogelijk maken.

De pompen bewaren hun gebruiksgegevens slechts beperkte tijd en bovendien is het nodig om ze manueel over te zetten. Aanhoudende dataverzameling maakt het mogelijk toedieningsfouten te analyseren en processen te optimaliseren. Zo speelt Alaris™ ACE een belangrijke rol in continue kwaliteitsverbetering (Continuous Data Improvement/CQI). Worden bepaalde soft limieten continu overschreden? Misschien zijn ze achterhaald of kunnen de verpleegkundigen extra bijscholing gebruiken. Gebeuren spuitwissels niet tijdig? Mogelijk is aanpassing van de workflow aangewezen. Of probeerde iemand toch ergens een harde limiet te overschrijden?

Centraal overzicht

Voor de verpleegkundige biedt de BD Alaris™ Infusion Central (AIC) een grote meerwaarde. Centraal in de verpleegpost verzamelt deze alle infusies op een groot scherm om ze op afstand te kunnen monitoren. Zeker in COVID-omstandigheden geen overbodige luxe, maar in normale tijden net zo goed bevorderlijk voor de werkefficiëntie én goed ter preventie van alarmmoeheid. Door eerst op het scherm de statussen te controleren, kan de verpleegkundige voor aanvang van een ronde alvast anticiperen op eventuele alarmen.

Productspecifieke infusiesets: accurater en veiliger

Onze BD Alaris™ GP-pompen werken enkel met de bijpassende infusiesets. Hoewel de BD Alaris™ CC spuitpompen zonder ILPM met om het even welke extensieset kunnen werken, zijn we bij BD ook hier fervent voorstander van productspecifieke sets. Eenvoudigweg omdat ze accurater en veiliger zijn, zowel in gebruik als naar samenwerking met de pomp toe. Connectie aan de hand van vaste keys sluit foute plaatsing uit. De pompen zijn bovendien gekalibreerd op de set en de verschillende weerstanden van de diverse materialen. Onze productspecifieke sets maken terugstroom onmogelijk en hebben een antibolusfeature, die de pomp kort even doet terugpompen eens een occlusie verholpen is. Een bolus toedienen kan net zo goed via de pomp.

Beschermd tegen licht

Onze UV-bestendige infuuspompsets bieden extra patiëntveiligheid bij medicatie die door blootstelling aan licht degradeert en zo de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.13

  • Slechts 66-69% van het potentieel percentage van de dosis licht die de infusie bereikt, doet dit via de infuuszak.
  • De overige 31-34% gaat via de componenten van de toedieningset (lijn- en druppelkamer).

Het volstaat dus niet om de infuuszak in te pakken of een amberkleurig flesje te gebruiken. In functie van de medicatie of het product zijn er naargelang de moleculendichtheid ook verschillende filteropties beschikbaar of aangepaste materialen, zoals laagabsorberende sets die minder interactie veroorzaken bij bijvoorbeeld bepaalde oncologische toedieningen. Onze BD Alaris™ infusiesets zijn trouwens DEHP-vrij.

Minder risico op postanesthesiologische nevenwerkingen

Naast volumetrische en spuitpompen omvat het BD Alaris™ neXus-gamma een PK-spuitpomp. Ze leent zich zowel voor toediening van totale intraveneuze anesthesie (TIVA) als target controlled infusion (TCI)-anesthesie. Er zitten farmacokinetische modellen ingebouwd op basis van patiëntendata. Bij de BD Alaris™ NeXus PK-pomp gaat het onder andere om het Eleveld TCI-model, dat door diverse andere modellen te combineren voor een zeer brede patiëntengroep ingezet kan worden. Dat zijn dus meer patiënten dan voorheen die dankzij de gelijkmatigere toediening van TCI ten opzichte van dampvormige anesthetica (DVA) een verkleinde kans op postanesthesiologische nevenwerkingen hebben. Want ook dat draagt bij tot de veiligheid en een sneller herstel van de patiënt.


Referenties
  1. Terkola R, Czejka M, Bérubé J , Evaluation of real time data obtained from gravimetric preparation of antineoplastic agents show otherwise undetected dimensions of medication errors with possible critical therapeutic impact; results of a large scale, multicentre, multinational, retrospective study, 2017.
  2. Blandford A, Furniss D, Lyons I, Chumbley G, Iacovides I, Wei L, et al. Exploring the Current Landscape of Intravenous Infusion Practices and Errors (ECLIPSE): protocol for a mixed-methods observational study. BMJ Open [Internet]. 2016;6:e009777. Beschikbaar op: http://bmjopen.bmj.com/lookup/doi/10.1136/ bmjopen-2015-009777
  3. Husch M et al. Insights from the sharp end of intravenous medication errors: implications for infusion pump technology. Qual Saf Health Care 2005 Apr;14(2):80-6
  4. Keers R et al. Prevalence and nature of medication administration errors in health care settings: a systematic review of direct observational evidence. Ann Pharmacother 2013;47:237-56
  5. Cousins DH et al. Medication errors in intravenous drug preparation and administration: a multicentre audit in the UK, Germany and France. Quality & safety in health care 2005;14(3):190-5.
  6. O’Hare MCB et al. Errors in administration of intravenous drugs. BMJ 1995;10(1536):e7.
  7. Taxis K, Barber N. Incidence and severity of intravenous drug errors in a German hospital. Eur J Clin Pharmacol 2004 Jan;59(11):815-7
  8. Wirtz V, Taxis K, Barber ND. An observational study of intravenous medication errors in the United Kingdom and in Germany. Pharmacy world & science: PWS 2003;25(3):104-11.
  9. G.A. Pepper. (1995). Errors in drug administration by nurses, Am. J. Health Syst. Pharm. 52 (4) 390-395
  10. Murdoch LJ, Cameron VL. Smart infusion technology: a minimum safety standard for intensive care? Br. J. Nurs. [Internet]. 2008;17:630–6. Beschikbaar op: http:// www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18563002
  11. Manrique-Rodríguez S, Sánchez-Galindo AC, Fernández-Llamazares CM, Calvo-Calvo MM, Carrillo-Álvarez Á, Sanjurjo-Sáez M. Safe intravenous administration in pediatrics: A 5-year Paediatric Intensive Care Unit experience with smart pumps. Med. intensiva [Internet]. 2016;40:411–21. Beschikbaar op: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/ pubmed/27026063
  12. McLeod MC et al. Methodological variations and their effects on reportedmedication administration error rates. BMJ Qual Saf 2013 Apr;22(4):278-89
  13. Tønnesen, Hanne; Medicines and light - ensuring patient safety: Photostability of parenteral products; 2020.
  14. Ûlle Helena Meren, James Waterson, Evaluating an automated compounding workflow software for efficiency: implementation study. JMIR fuman factors 2021 Oct-Dec; 8(4): e29180.
Go to top